Een rennende mama

Dat Teun af en toe een boef is wisten we al. Maar dat Teun een rennende, schaterende deugniet is, werd ik laatst keihard mee geconfronteerd.

Laten we voorop stellen dat Teun meestal heel lief is, steeds beter zelf kan spelen en bijten en slaan vaker in wil ruilen voor knuffels. Al lijkt hij er nog steeds plezier uit te halen om zomaar iemand te duwen of sep aan zijn staart te trekken. Boeven kan hij als de beste. Een hoogzwangere moeder met bekkenproblemen is dan verre van handig. 

Daar gingen we dan. Vol goede moed richting de stad. Dat to do lijstje met babyaankopen moest toch en keer korter worden. Buggy mee, luiertas en gaan. Na even in de buggy te hebben gezeten, wilde Teun lopen. Hij was in een vrolijke bui, dus moest goed gaan. Op de afspraak dat Teun dan wel bij mij moest blijven zei hij volmondig ja. 

In de winkelstraat ging het goed. Trots liep hij naast de buggy. Een nog trotsere moeder erachter. Tot we bij strepen in de stenen op de grond kwamen die Teun wilde volgen. Ineens ging de knop om en begon meneer de strepen te volgen richting een andere straat. Toen hij doorhad dat ik riep dat hij bij mij moest blijven begon hij keihard te lachen. Toen hij doorhad dat ik niet snel achter hem aan kon, ging het lachen over in keihard schateren en het lopen in rennen. 

Het ene moment had ik vertrouwen dat hij terug zou komen en het volgende moment begon in al roepend met de buggy te rennen. De pijn in mijn bekken negerend en met mijn hoogzwangere buik op en neer bewegend. Teun ging de hoek om naar een weg met auto’s. Een rustige weg met auto’s, dat wel, maar de schrik sloeg mij om het hart, terwijl je in de verte nog steeds een keiharde boevenlach kon horen was Teun uit mijn zicht verdwenen. 

Toen ik inmiddels schreeuwend de hoek om racete, zag ik Teun bij mensen staan, stevig vastgehouden aan zijn hand. Opluchting schoot door mij heen, om vervolgens overgenomen te worden door schaamte en schuldgevoel. Hoe had ik dit kunnen laten gebeuren. Wat zullen die mensen denken? Al mompelend wees ik naar mijn buik en dat het lastig was om te rennen. Ik bedankte ze en zette Teun vast in de kinderwagen. 

Met pijn in mijn buik en bekken en Teun huilend in de kinderwagen, maakte we het rondje af. Ik negeerde Teun die bleef roepen mama blijven, mama blijven.

Wat heb ik om mensen met riempjes gelachen vroeger. Die hebben hun kind niet onder controle. Of: je kunt toch ook gewoon een hand vasthouden? Nou ik zal je zeggen. Ineens begrijp ik het.. Met een boef en wegloper als Teun is het geen overbodige luxe. En zie ik zo’n riempje ineens best zitten. Wie weet schaf ik er ooit één aan. Al zal ik dan eerst over de drempel van schaamte en gedachten van anderen heen moeten stappen. 

Voor nu zit meneer de rest van de zwangerschap in de kinderwagen. 

Liefs van Laura