Van de kermis naar in topsnelheid bevallen

Het bevalverhaal. Een verhaal waar je vooraf 1000 gedachten over hebt, maar nooit weet hoe het gaat lopen. Een moment waar ik zo onwijs tegenop zag na mijn vorige bevalling, terwijl ik er tegelijkertijd heel nuchter over kon nadenken. Dat het weer heel anders kon zijn. Het zou hoe dan ook moeten gebeuren. Linksom of rechtsom die baby moet er uit. 

Vanaf week 38 werd ik iedere dag wakker met het idee dat we vandaag misschien wel een gezin van 4 zouden zijn. Het werd 39 weken, 40 weken en iedere keer grepen we een nieuw richtpunt aan om naar uit te kijken. 40 weken en een dag. Het moment dat de weeën bij Teun begonnen. 40 weken en 2 dagen. Het moment dat Teun ook echt geboren werd. 40 weken en 4 dagen. De dag dat ik gestript zou worden, maar dat niet door kon gaan vanwege de vele bevallingen. Iedere dag werd ik ongeduldiger, onrustiger en werd de nieuwsgierigheid naar Moos en ook zijn schisis groter. Toen het telefoontje kwam dat het strippen niet door zou gaan reageerde ik nuchter. Om daarna keihard in huilen uit te barsten. Strippen zou niet betekenen dat ik ging bevallen, maar man wat was ik er aantoe om iets te gaan proberen. Zo klaar om mijn baby te ontmoeten, zo klaar met zwanger zijn. 

De nieuwe poging stond op zaterdag. Ook nu onzeker vanwege bevallingen. Tot de deurbel ging en de verloskundige voor de deur stond, bleef ik sceptisch. Ze zou vast niet kunnen komen. Maar wat was ik blij toen ze er was. Alsof de bevalling al begonnen was. Terwijl ik begreep dat het vaak ook niet werkt. Na een gesprekje over mijn trauma, mijn wensen over de bevalling en de tip om echt op tijd te bellen als de bevalling zou beginnen, werd ik gestript. 

Een uur later stonden we met Teun eendjes te vangen op de kermis in het dorp. Ik weigerde om thuis te blijven.
Gek werd ik van de muren van het huis. Weer een uur later twijfelde ik of ik voorweeën had of dat de weeën nu echt begonnen waren. Het liep tegen Teun zijn bedtijd, dus belden we voor alle zekerheid mijn schoonouders om Teun op te halen. Anders zou het gezellig logeren zijn. Samen keken we televisie op de bank. Onder een dekentje, Teun dicht tegen mij aan. Om half 8 werd hij opgehaald. 

De uren daarna werden de weeën iets heftiger, maar bleven goed te doen. We sloten de Elle Tens aan en de kleine schokjes hielpen om een focuspunt te hebben tijdens de weeën. Er was wel wat regelmaat, maar een echt patroon was ver te zoeken. Wanneer bel je dan? De verloskundige had gezegd dat ze liever hier nog even op de bank ging liggen, dan te laat zijn. Zeker bij een tweede. Dus besloten we rond 11 uur te bellen. Opgelaten of het niet veeeeel te vroeg was. Want dat was immers wat er bij mijn eerste bevalling gezegd was. 

Rond half 12 stond ik de weeën weg te puffen onder de douche. Liggend, zittend, hangend. Alles kwam voorbij. Rond kwart voor 12 in de avond belde de verloskundige aan. Ik stond op uit de douche, wat nog heel soepel ging en de ontsluiting werd gemeten. 3 cm.. Een golf van teleurstelling ging door mij heen gevolgd door een onwijs heftige weeënstorm. Van het ene op het andere moment sloegen de weeën die nog redelijk te doen waren om naar weeën die niet meer weggingen. Het zweet brak uit en de plakkers van de Elle Tens gleden van mijn rug terwijl ik ondertussen probeerde deze op standje 100 te zetten. Je kon mijn onderbroek uitwringen van het zweet. Ik ging door de grond en moest denken aan het laatste stukje voor de ruggenprik bij Teun. Dit ging ik niet nog 7 cm zo volhouden. Helemaal niet als het zo zou gaan als bij Teun en het niet verder op gang zou komen. Dus vroeg ik om een ruggenprik. Er werd meteen geluisterd, zoals afgesproken en het ziekenhuis werd gebeld. Wat een opluchting dat ik gehoord werd. 

Ik werd in mijn kleding geholpen en smeekte om paracetamol. Alsof dat nog zou helpen.. Maar ik stond er op. Die paracetamol moest er komen. De weeën bleven komen en gingen nog steeds niet weg. Rond half 1 stapte we in de auto naar het ziekenhuis. Nog geen 20 minuten na de 3 cm ontsluiting gemeten was. De parkeerplaats stond vol met feestvierende kermisgangers bij de kermisborrel van het café aan de overkant. Geen idee, niet gezien, hoorde ik achteraf. 

Verlangend keek ik uit naar het moment dat de ruggenprik straks zou gaan werken, toen we de straat uitreden. Een straat verder voelde ik een drukkend gevoel ontstaan. Ik herkende het direct. Persdrang.. Ik riep tegen Tommy dat hij de verloskundige moest bellen, omdat ik persweeën had. Vol ongeloof speurde hij de weg al af naar de vluchthavens op de weg. De verloskundige verzocht ons om zo snel (en veilig) mogelijk door te rijden naar het ziekenhuis. 

Toen we over de A7 reden pufte ik de persweeën weg en zag mezelf al een hectometerpaaltje in ontvangst nemen voor onze baby langs de weg. Om 10 over half 1 racete Tommy over de parkeerplaats om een rolstoel te halen. Ik werd erin gehesen en reed vast met de verloskundige het ziekenhuis in. Tommy zette de auto op een andere plek. Terwijl we bij de spoedeisende hulp op hem wachten bleven de persweeën komen. Tot de verloskundige besloot dat we niet meer konden wachten. Met hoge snelheid werd ik door de lege ziekenhuisgangen geduwd. Al snel hoorde ik Tommy achter ons aanrennen. Stuntelend met de maxicosi en ziekenhuistas in zijn handen. 

In de ziekenhuiskamer werd ik op het bed geholpen en werd meteen mijn ontsluiting bekeken. 10 cm en klaar om te persen. De kraamzorg werd gebeld, maar zou er niet op tijd zijn. Gelukkig bood iemand van het ziekenhuis aan te assisteren. Het was inmiddels bijna kwart voor 1. Na een paar keer persen om 00.51 lag Moos in mijn armen. De vliezen werden gebroken toen zijn hoofdje al geboren was. Zo snel ging het ineens. Vol ongeloof staarde in naar het mannetje in mijn armen en bleef zeggen Moos je bent er al, wat ben je mooi. Tranen liepen over mijn wangen toen ik zijn prachtige lipje zag en zijn huiltje hoorde. Hij was perfect en zo snel bij ons. 

Terwijl ik gehecht werd zocht Moos mijn borst. Na even zoeken hapte hij aan en dronk. Alsof hij nog nooit anders had gedaan. Zo mooi en zo bijzonder. Wat had ik mij daar vooraf zorgen over gemaakt. Want borstvoeding met een schisis is echt niet vanzelfsprekend. 

2 uur later mochten we het ziekenhuis alweer verlaten. Met een prachtige baby in de maxicosi op schoot. 

Wat een andere ervaring was dit. Eentje waar ik positief en met een grote lach op terugkijk. Want het scheelde niks of onze Moos was langs de snelweg geboren.

Onze Moos. Die ons eerst rustig liet wachten tot bijna 41 weken om vervolgens ongeduldig met een topsnelheid geboren te willen worden. Als hij iets in zijn hoofd heeft, moet het ook meteen en snel. Laten we eerlijk zijn.. De eerste eigenschap die hij van zijn moeder heeft.. 

Liefs van Laura