Een agenda met een traan

En dan ineens is er een datum. Een dag, een cijfer. Het moment dat Moos zijn nieuwe lipje krijgt. Zijn gezichtje compleet maakt. Af.. gemaakt door artsen, omdat het in mijn buik niet gebeurd is. 

Een datum om naar toe te leven. Een moment om tegenop te zien. Want eerlijk is eerlijk als ik zeg dat ik soms overvallen word door paniek. De gedachten aan de operatie. Dat kleine lijfje onder die felle lampen, tussen de artsen, tussen de steriele pakken. 

De gedachten aan zijn gezichtje, zijn schattige lipje en die te moeten missen. Het lipje waar ik zo van ben gaan houden. 

Vanaf de 20 wekenecho hebben we hier naartoe geleefd. De goedbedoelde opmerkingen over hoe mooi het gaat worden weggeslikt. Want hoe lief bedoeld ook. Er komt zoveel meer bij kijken dan dat. Zoveel meer bij voelen dan dat. Moos is Moos. Ik wil zijn schattige lipje niet kwijt. Dat schattige liprood wat in een boogje naar boven loopt, waar de belletjes door naar buiten vloeien en het tandvlees laat zien als hij met een brede lach de wereld in kijkt. Mijn kleine eekhoorntje. 

Ook al weet ik diep van binnen dat het beter is. Hoofd en hart in strijd met elkaar. Mijn Moos is goed zoals hij is en toch is het niet helemaal zo. Voor zijn spraakontwikkeling, voeding en onzekerheid. Voor de wereld en vooral voor hem zelf. 

Maar het doet pijn te beseffen dat Moos zichzelf nooit in de spiegel aan zal kijken, zoals hij geboren is, in mijn buik gemaakt. Nooit zal zien hoe zijn spleetje soms tot in zijn neus en soms maar een klein beetje boven zijn lip doorloopt. Net hoe het extra stukje huid valt. 

Dat hij later op foto’s en filmpjes zal zien hoe schattig en knap hij was. Maar net een beetje anders. 

De operatie die mijn Moos omtovert in een nieuwe Moos. Een net zo perfecte Moos. Een Moos die zijn hele leven met trots een litteken zal dragen onder zijn dan niet meer zo scheve neusje. 

De operatie. Een moment waarop mijn moederliefde zo hard nodig zal zijn. Om zijn pijn te sussen, liefde te bieden als zijn lipje zeer doet met drinken, met brabbelen. Waarbij hij opnieuw zal moeten leren lachen. Sussen als zijn geliefde speen even niet meer mag en knuffelen als de pijn niet meer weggaat. 

Mijn moederhart huilt bij het idee van dat kleine mannetje in die grote operatiewereld. Van het idee hem daar achter te moeten laten, de kamer uit te lopen om hem in de uitslaapkamer weer in mijn armen te sluiten. 

Maar mijn moedertrots is groter dan ooit. Op Moos, op Teun die ons even zal moeten missen en op papa die dit van twee kanten bekijkt. Zijn kleintje en zichzelf.

9 februari.. De dag dat Moos zijn eeuwige lach krijgt. Zijn nieuwe eeuwige lach.. En man wat hoop ik dat januari lang zal duren.. 

Liefs van Laura